Rebecca Thorne over self publishing en avontuur

Geïnspireerd door Travis Baldree probeerde de Amerikaanse auteur Rebecca Thorne na een niet al te succesvolle carrière als auteur bij een traditionele uitgeverij het op eigen houtje te proberen. Haar cozy fantasyverhaal Can’t Spell Treason Without Tea werd via TikTok een enorme hit en inmiddels is ook het vervolg verschenen en zijn ernog twee delen op komst (zie ook dit artikel). Lees in deze Q&A meer over Rebecca Thorne en haar affiniteit met cozy fantasy en het uitgeverswereldje!


Je hebt Can’t Spell Treason without Tea uitgebracht als cozy fantasy verhaal: kun je ons vertellen wat voor jou het genre van cozy fantasy definieert?

Oeh, dit is een van mijn favoriete vragen, gewoon omdat ik denk dat het nu nog kneedbaar is. Dit genre is zo nieuw, dus wij schrijvers (traditioneel en indie!) krijgen de kans om te bepalen hoe dit genre er in de toekomst uit gaat zien. Op dit moment denk ik dat het vooral draait om de sfeer: het voelt als een warme knuffel, knusheid! Maar ik rek de grenzen van die knusheid op door veel actie en een klein beetje geweld toe te voegen.

Wat was jouw inspiratie voor je eigen serie, en wat vind je het meest aantrekkelijk aan cozy fantasy?

Mijn inspiratie voor mijn eigen cozy fantasy verhaal was absoluut Legendes & Lattes! Ik wist dat ik een winkelverhaal wilde maken dat minder gericht was op ‘laten we op avontuur gaan’ en meer op ‘laten we avontuur vinden waar we zijn, samen’. Ik wist ook dat ik het iets meer op gevechten gericht wilde maken dan L&L, dus het creëren van personages als Reyna en Kianthe was perfect voor wat ik wilde bereiken!

Het genre intrigeert me vooral omdat ik verbaasd ben dat niemand er eerder aan gedacht heeft om het zo te noemen. Travis Baldree heeft het algemene gevoel van het genre echt goed getroffen, en er is een GROTE groep mensen (waaronder ik, haha!) die gezelligere verhalen willen… maar dan met draken en magie in plaats van mysterie. Zeker na de pandemie was het fijn om te ontspannen met een boek dat niet gaat om het lot van de wereld, maar zich meer richt op kleinere verhalen.

Welk personage in jouw boek ben je het meest trots of welk personage vond je het leukst om te schrijven?

Dit vind ik een leuke vraag, omdat iedereen ervan uitgaat dat het de hoofdpersonages zijn, maar dat is niet waar. Ik hou van mijn hoofdpersonen, maar mijn absolute favoriete personage is Feo, een genderneutraal persoon die er eigenlijk in slaagt om zichzelf tot heer van de stad waar mijn hoofdpersonen zich vestigen te benoemen. Ze zijn zo interessant voor mij; ik hou van hun persoonlijkheid en achtergrondverhaal. Op een dag zou ik graag een companion novel schrijven over hun leven. Maar dat zou waarschijnlijk veel dramatischer zijn dan cozy fantasy toestaat, denk ik.

Nu je de beide kanten van uitgeven gezien hebt, geef je de voorkeur aan het zijn van een indie-auteur boven een traditioneel gepubliceerde auteur? En denk je dat de indie-route slim is voor nieuwe auteurs, of zou je aanraden toch eerst de traditionele route te proberen?

Oeh, moeilijke vraag. Eerlijk gezegd weet ik het nog niet zeker! Ik heb zeker veel meer geld verdiend in de eerste twee maanden van indie-publiceren dan ik in 7 jaar van traditionele publicatie, wat me eigenlijk erg verdrietig maakt om te bedenken. Ik heb nu ook veel meer controle over wat ik doe. Bijvoorbeeld, de kaart in Can’t Spell Treason without Tea is iets wat ook ik graag aan andere boeken had willen toevoegen, maar dan moet je het aan de uitgever voorleggen en zij zouden waarschijnlijk een professionele kunstenaar inschakelen en dan is het weer veel meer uit je eigen handen. Dus het is best bevredigend om een ​​hoop macaroni op een stuk papier te gooien, je kaart te tekenen, het in Procreate te verfijnen en het dan gewoon in het boek te plakken.

Maar met al dat gezegd hebbende, heb ik nog steeds een speciaal plekje in mijn hart voor traditionele uitgeverijen – ik ben misschien een zeer vreemde auteur, omdat ik ze echt evenveel waardeer. Ik heb meer geld verdiend met indie, maar ik zou zo weer voor een traditionele uitgeverij kiezen als ik de kans kreeg. Het hangt gewoon af van je einddoelen, hoe snel je schrijft (traditioneel is beter voor langzamere schrijvers, denk ik) en hoe veerkrachtig je bent tegenover afwijzingen.”

De kaart in Can’t Spell Treason without Tea

Wat is in jouw ervaring de typische relatie tussen auteurs en redacteuren? Is het een partnerschap, botst het wel eens? En doe je nu als indie auteur alles zelf of gebruik je proeflezers en redacteuren?

Ik vind het leuk om deze vragen over de uitgeverswereld te beantwoorden! Bij traditionele uitgeverijen bewerkt je literair agent je boek samen met jou (meestal) tot het schittert, en stuurt het vervolgens namens jou naar redacteuren bij uitgeverijen. Een redacteur pakt het op, vindt het geweldig en moet het dan door de acquisitie bij die uitgeverij krijgen: het betekent in principe dat het op elk niveau moet worden goedgekeurd voordat ze het kunnen kopen. Ze houden een acquisitievergadering waar de redacteur het boek aan het marketing- en verkoopteam presenteert en uitlegt waarom ze denken dat het zal verkopen en waar het het beste in een boekhandel zou kunnen worden geplaatst.

Afhankelijk van hoe veelbelovend ze jouw boek vinden, of hoe bekend de naam van de auteur is, zullen ze een bod doen voor aankoop, meestal met een voorschot erbij. (Grotere uitgevers doen voorschotten, kleinere uitgevers meestal niet.)

Omdat het zo’n moeilijk proces is om alleen al door een uitgeverij te worden overgenomen, moet die redacteur die jouw boek heeft opgepikt om het aan te dragen er ook echt wel in geloven. En dat is goed nieuws, want dat betekent dat zodra de uitgever je boek koopt, je samenwerkt met iemand die er zo gepassioneerd over is dat hij wekenlang heeft gevochten om jouw naam in de schijnwerpers te zetten. Dat is best cool! Dus mijn ervaring met een redacteur bij een uitgeverij was ZEER positief – ze was enthousiast om met mij samen te werken en mijn boek zo geweldig mogelijk te maken.

Bij zelfpubliceren beslis je zelf of je een redacteur nodig hebt. (Hint: de meeste auteurs wel. Ze maken je boek gewoon beter.) Het punt is dat redacteuren duur zijn. Ik heb ervoor gekozen om geen redacteur in te huren voor Can’t Spell Treason Without Tea, simpelweg omdat ik in het verleden met zoveel heb samengewerkt dat ik nu weet waar ik op moet letten in mijn eigen schrijven en hoe ik het zelf kan oplossen. Ik heb nog steeds feedback van veel mensen gekregen en wijzigingen aangebracht op basis van die reacties, maar ik heb geen redacteur gebruikt voor dat boek.

Welke boeken zou je ons nog aanraden in het genre?

Ik vond The Spell Shop van Sarah Beth Durst geweldig en denk dat het een prachtige weergave is van hoe fantasy-elementen zoals magie en zeemeerminnen kunnen samensmelten tot een veerhaal van liefde! Legendes & Lattes moet mijn tweede keuze zijn. Alles wat Travis Baldree schrijft staat op mijn shortlist. En als laatste Practical Potions and Premeditated Murder, geschreven door Wren Jones. Dit gaat over een geest die haar eigen moord onderzoekt, met de hulp van een keukenheks. Het is erg sfeervol en de kattenfamiliar is hilarisch!

Laat een berichtje achter

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

De cozy fantasy waar we in 2025 naar uitkijken