Lud-in-de-mist is een onvergetelijke klassieker van Hope Mirrlees

Van oudsher is de uitgeverij een soort filter tussen alles wat geschreven wordt en dat wat het verdient om te worden gelezen. Vroeger was alleen het publiceren al een duidelijk signaal voor de kwaliteit van een tekst, maar in een tijd waarin er jaarlijks (tien)duizenden nieuwe boeken verschijnen spreekt dat zeker niet meer voor zich. Heel prettig is daarom een heruitgave. In plaats van dat één uitgeverij een verhaal de moeite waard vond, komt tientallen jaren daarna een andere uitgeverij tot dezelfde conclusie.

Dat is bijvoorbeeld het geval met Lud-in-de-mist uit 1926, dat bovendien warm wordt aanbevolen door onder andere Neil Gaiman. Hebben we het hier over de Stoner van het fantasygenre, of had dit boek toch beter in de vergetelheid kunnen blijven?

Lees ook: Oldskool cozy fantasy van Patricia C. Wrede

De letterlijke en figuurlijke grenzen van de vrijstaat Dorimar

Anders dan je in eerste instantie verwacht is ‘Lud’ geen persoon, al dan niet in de mist, maar het slaperige hoofdstadje van het kleine land Dorimar. Op een gemoedelijk tempo worden er allerlei zaken verhandeld, van kaas en wijn tot barnsteen en eenhoorn-hoorn. Lud-in-de-mist ligt namelijk op vijftien kilometer van de zee en omlijst de oevers van twee rivieren, uitmondend in een gezellig haventje. Het enige probleem: de stad ligt ook op tachtig kilometer van het Elfenrijk in het westen. En dit rijk wordt in heel Dorimar zowel genegeerd als hardnekkig ontkend.

Als burgemeester moet de vijftigjarige Nathaniel Cantecleer toch wel de meest respectabele bewoner van Lud-in-de-mist zijn, en bovendien woont zijn familie al generaties lang in toch wel het statigste huis van de stad. Hij draagt zijn ambt met verve en houdt zich bezig met allerlei belangrijke beslissingen, zoals wat er op de eerstvolgende feestdag aan het volk moet worden geserveerd. Intussen is er echter sprake van een opbloeiende smokkel van het verderfelijke en gekmakende elfenfruit uit het westen. En dat is een probleem waar Cantecleer niet langer omheen kan, wanneer zelfs zijn bloedeigen zoon Ranulf ervan heeft gegeten…

Lud-in-de-mist kabbelt als een vrolijk beekje alle kanten op en raakt daarbij meerdere genres, terwijl zich in de diepte nog allerlei andere lagen verbergen.

Vele kleurrijke lagen

Lud-in-de-mist en haar inwoners zijn een goed voorbeeld van stille wateren met diepe gronden. Waar het hele stadje gemoedelijk in het gouden zonlicht lijkt te baden, terwijl het leven rustig verder kabbelt, zit er een verleden aan vast dat heel wat kleurrijker is dan men wil toegeven. Hetzelfde geldt voor Nathaniel Cantecleer: onder zijn gelijkmoedige houding gaat een door melancholie en angsten geplaagde man schuil, die niet altijd even stevig in zijn schoenen staat. Zeker niet wanneer er jongedames verdwijnen, visioenen uit het verleden worden waargenomen en Ranulf zich steeds vreemder gaat gedragen.

Het interessante aan dit boek is dat het verhaal al even kleurrijk en gelaagd is als de geschiedenis van de Dorimarese straten. Het rustige, tijdloze stadje verandert al snel in een warboel van intrige, om vervolgens met een paar spookachtige tussenstops een tijdlang in een detective te veranderen. Heden, verleden en toekomst worden aan elkaar verknoopt, terwijl zelfs de structuur van leven en dood voorzichtig aan bod komt. Het boek is daarmee geen snelle ‘leessnack’ die het van zijn razendsnelle actiescénes moet hebben, maar het is wel een bedachtzaam verhaal dat doorlopend met nieuwe verrassingen komt.

Engelse folklore

Het is daardoor niet lastig om je aandacht erbij te houden. De verrassende wegen die het verhaal neemt worden ook nog eens aangevuld met een heel bijzondere, ouderwetse sfeer. Elfen zijn bovendien geen strenge doch rechtvaardige wezens met puntige oren, maar lijken direct van de wildere, wispelturige oud-Engelse variant af te stammen. Zo vertoont een aantal personages gaandeweg steeds meer gelijkenis met de historische figuren uit het vroegere Dorimarese bewind van de sinistere hertog Alberik. Tegelijkertijd zijn deze figuren zelf ook weer aan werkelijke folklore gekoppeld, zoals de elfenkoning Auberon of Oberon.

Terwijl Cantecleer met zijn problemen worstelt, kun je als lezer moeiteloos je eigen interpretatie van de gebeurtenissen maken. Zoals Gaiman al in het voorwoord schrijft, leent het verhaal zich moeiteloos als drager voor verschillende thema’s: je kunt er een klassenstrijd in terugzien, of het type nostalgie dat verlangt naar een fictief verleden, of zelfs de conflicten rondom bewustzijnsverruiming. Ongetwijfeld heb ik zelf nog niet eens alle diepere lagen ontdekt, maar dat maakt het boek niet minder plezierig: de ietwat archaïsche maar vloeiende en beeldende taal en de heerlijk cozy sfeer zijn op zichzelf al de moeite waard om het verhaal opnieuw en opnieuw te lezen.

Conclusie

Lud-in-de-mist is een boek dat niet onverdiend bovenaan de bestsellerlijsten stond in de tijd dat Tolkien aan zijn trilogie werkte. Het verhaal kabbelt als een vrolijk beekje alle kanten op en raakt daarbij meerdere genres, terwijl zich in de diepte nog allerlei andere lagen verbergen. De manier waarop het naar de Engelse folklore refereert maakt het boek al even ongrijpbaar en wispelturig als de in het verhaal voorkomende elfen zelf, en dat is alles wat er nodig is om te willen herlezen, herlezen en herlezen.


Deze recensie verscheen eerder op FantasyWereld.nl >

Laat een berichtje achter

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *